Lopen met laagjes

17 april 2019 - Tongariro National Park, Nieuw-Zeeland

Laagjes, dat is het geheim van de Tongario Crossing. Temperatuur en het weer kan nog eens verschillen dus je moet op alles voorbereid zijn. Shirt, trui, jas, korte en lange broek, zelfs handschoenen en muts. Eigenlijk praktisch alles wat we in onze backpack meehebben dient aangetrokken te worden. Er zijn meertjes onderweg dus zelfs de zwembroek kan aan. Zeven uur in de ochtend schijnt de normale vertrektijd te zijn. Ik schrik zo van het geluid van een wekker dat ik wanhopig op zoek ga naar een laptop om naar mijn werk te gaan. Gelukkig is het nog niet zo ver. Ik kijk naar buiten, behalve wandelaars is er verder niets wakker. Zelfs de zon laat zich niet zien achter de bergen. Op het bordje aan de start van de wandeling heeft iemand de temperatuur op geschreven, min 7. Goed dat ik laagjes aan heb, maar begin nu wel te twijfelen over mijn zwembroek. De muts en handschoenen doe ik alleen aan bij skieen of schaatsen, beide zijn nog niet van toepassing en kunnen in de rugzak blijven.

Het landschap is een bizar tafereel van bijeengeraapte zwarte rotsen die men heeft opgebouwd tot een grote vulkaan. Onderaan probeert het mos dat nog wit glinstert van de koude nacht wat tegenwicht te bieden aan het verder kale landschap. We klimmen tot we de top bereiken, waar hele andere kleuren zich aandienen. Het rood van de krater en iets verderop zien we al het blauw en groen van de meertjes. Ik zie niemand zwemmen. “Voelen de beentjes nog oke?” “Een 1 of een 2 qua vermoeidheid. Voel me sterk. Het valt me alles mee.”

Als we verder willen blijkt dat men vanaf hier vergeten is een pad aan te leggen. Je wordt geacht af te dalen tussen het puinsteen dat zelf ook graag naar beneden wil. Bij elke stap die we zetten glijden we een meter door en komt er een kleine lawine op gang die af en toe de lopers onder ons dreigen te bedelven. We dalen stap voor stap terwijl stenen en af en toe een onoplettende wandelaar ons voorbij rollen.

Na een tijdje hebben we het pad weer gevonden dat duidelijk door een dronkaard is aangelegd. Het lijkt eindeloos te zigzaggen naar beneden totdat het ergens diep in het dal in een bos verdwijnt. “Hoe voelen de beentjes?” “Vermoeidheid geen probleem, maar mijn knieen zijn humeurig” We zijn meer klimmers dan dalers. Dit komt wat mij betreft door onze topsportmentaliteit, maar volgens Diann hebben onze knieen hier ook iets mee te maken. De zon brand op het gezicht en terwijl ik mijn jas uit trek, zegt Diann, “Ik kan niet meer lopen.” Ik kijk rond, we zitten hier op een bergpaadje waar geen auto’s kunnen komen. Ik zou Diann misschien op mijn rug kunnen nemen maar ik heb de rugzak ook al. “Ik ga rennen.” En weg is ze. Ergens in haar hoofd schijnt rennen blijkbaar beter te werken voor de knieen dan lopen. Binnen no time ligt ze al een bocht op me voor terwijl ik nog bezig ben om mijn jas uit te trekken. Er zit niets anders op dan er op een huppeldrafje achter aan te gaan. We halen een gezinnetje in waarvan de jongen nu ook wil gaan rennen. En zo dalen wij van de berg. Een meisje rennend achtervolgt door twee jongens, waarvan eentje zijn rechterarm nog steeds in zijn jas heeft. Anderhalf uur voordat de eerste bus ons kan komen ophalen zijn we beneden.

In de avond merken we het geheim van de Tongario Crossing. Onze hoofden zijn knalrood van de verbranding. Het geheim is zonnebrand, of in ons geval aftersun. Liefst aan te brengen in laagjes.

307A7183307A7227307A7288307A7209307A7271307A7348307A7384307A7404

Foto’s

4 Reacties

  1. Mannie Van der Veen:
    29 april 2019
    Mooi verhaal en prachtige foto's
  2. Martijn:
    29 april 2019
    Ziet er heeeeel goed uit, mooi verhaal
  3. Truus Vlietstra:
    29 april 2019
    Mooi!!!! Sta pal!! Nog even genieten. 💕
  4. Linda Hilgers, Solmate:
    29 april 2019
    Nu op naar Abel Tasman?? Heel veel plezier!