Vallende sterren

21 maart 2018 - Phong Nha, Vietnam

Witte rotsen steken tussen groene bomen. De bergjes, schots en scheef als door een kinderhand getekend. Af en toe leunen ze tegen elkaar, kijkend naar de koeien die het land bewerken of de mensen die in het water bevissen. Soms staan ze ook helemaal alleen in een rijstveld, zich afvragend waar de rest is gebleven.

We verblijven in Phong Nha alwaar we in het hart van de rotsen willen kijken. De beste manier om deze grotten te bekijken is met een scooter. “Of zullen we fietsen?” “Nee.” Een scooter dus. Na een korte instructie over starten, remmen en knipperlichten hebben we onze theorie gehaald. Kriskras crossen we over de verschillende paadjes. Diann zit dicht achter mij met haar armen geklemd om mijn middel. We belanden bij de eerste grot. Een grote ruimte gevuld met de meest vreemd vormige figuren. Gapend kijk ik naar de reusachtige stalagmieten en tieten. Achter ons aan komt een buslading Chinezen aanzetten. Ze zijn op groepsreis en zijn duidelijk in vertwijfeling wat eigenlijk de hoofdattractie is. Ze kijken naar de grot, hierna naar ons, nog een keer de grot en dan weer naar ons. Dan weten ze het zeker. Een jongen besluit om te vragen of hij met ons op de foto mag. Tuurlijk, wij zijn de moeilijkste niet. Hierna is het hek van de dam. Drommen Chinezen staan klaar om een foto van ons te maken. Soms met henzelf erbij, soms ook niet. Mensen willen ons gezicht voelen. Zijn ze wel echt? Anderen maken stiekem foto’s van ons. Gekkenhuis. Als popsterren achtervolgt door flitslichten vervolgen wij onze weg.

Aan het eind van de grot verschijnt er zonlicht. We springen weer op de scooter. Ik ben moe van het constante voorop rijden zo vol in de wind. Afwisselen dus en Diann kruipt achter het stuur terwijl ik vlak achter haar kom zitten met mijn armen om haar heen gestrengeld. Druppeltjes van de lichte neerslag glijden langs onze helmpjes terwijl we soepel door de heuvels scooteren. Hoewel het goed gaat merk ik dat ik het toch fijner vind om zelf de controle over het stuur te hebben. Zeker als Diann een hand van het stuur loslaat om haar haar goed te doen. Ik zie een bocht met grind aankomen. Momenteel heb ik de meeste ongelukken achter mijn naam staan dus ik besluit dat het beter is om Diann te vertrouwen. Drie seconden later liggen we op de grond.

Wat ik me niet had beseft was dat de helm van Diann over haar ogen was gezakt. Ze was dus niet bezig met haar haar, maar met het krijgen van enige vorm van zicht. Dat kwam helaas net wat te laat.

Ik sta op. Loop naar Diann die zichtbaar pijn heeft. Haar schreeuwen maakt duidelijk dat ze nog niet toe is aan een gesprek. Ik zet de scooter overeind. In de verte komt er een bus aan. Zal je net zien is die bus met Chinezen ons gevolgd. Gaan ze allemaal foto’s maken van hun gevallen supersterren. Hier heb ik helemaal geen zin in. Diann ligt nog half op de weg. “Opstaan, er komt een bus aan.” Ik probeer haar omhoog te helpen, maar dit is niet de hulp die ze wil. “Nee, dat kan ik niet.” De bus stopt. Gelukkig blijken het Canadezen te zijn die rustig informeren waar we last hebben. Schaafwonden op de knieën en ellebogen worden door de chauffeur meteen ontsmet. Het lukt Diann om overeind te komen en na alle hulp stappen we trillend op de scooter. De vijf minuten naar ons hotel lijken een eeuwigheid. Bevend en gehavend laten we ons op bed ploffen om even tot rust te komen. Uiteindelijk valt het mee. Schaafwonden en kneuzingen, dat kon minder.

De volgend dag voel om me 80 en loop als iemand van 100. Een rollator zou goed van pas komen. We besluiten een grot te bezoeken in een bootje, hoef je ook niet te lopen. Alleen moeten we naar het bootje toe. Met moeite vouwen we ons op de scooter. Voordat we wegrijden krijg ik van het hotelpersoneel nogmaals uitleg over de remmen. Voor de tweede keer geslaagd voor de theorie, nu de praktijk nog. Tien minuten later zet ik de scooter weer neer. Nog steeds in leven, zelfs niet gevallen.

Het bootje vaart over een helderblauwe rivier en brengt ons richting de rotswand waar een gat in zit. We varen verder en als in een sprookje glijden we een andere wereld binnen. Serene rust met in de verte af en toe een schreeuw van een opgewonden Chinees. Aan het eind dienen we toch nog een stukje te lopen. Strompelend en hinkend ploeteren we ons een weg door de grot. Het lichaam voelt niet goed en is niet vooruit te branden. Ik zit er serieus over na te denken om te stoppen en eventueel te overnachten totdat het lichaam beter voelt. Dan zie ik een Chinese vrouw bewonderend naar ons kijken. Ze ziet geen verwondingen, maar alleen twee supersterren. Verlegen vraagt ze of ze een foto mag. Nou vooruit, nog eentje dan. Het is verbazingwekkend wat een kleine fotoshoot al niet voor je knie kan doen. We mogen dan kreupel zijn, we zijn vandaag wel een dagje superster. En kreupele supersterren wandelen gewoon door. Uiteindelijk komen we nog steeds een beetje mank, maar met een grote glimlach naar buiten. Alwaar ons bootje klaar staat om ons terug te brengen naar onze scooter.

5DDC646F-C71B-44EC-847F-5FB63E342683F9DC94F1-C104-4CDB-AD04-109B72B7C15D46FFC129-5EB7-4224-AF3B-0D891DEC2497B8A38947-949E-4A95-A8E5-9E699F95539937731717-FC1E-481B-8073-FCABE0322BC8

Foto’s

1 Reactie

  1. Willem Kracht:
    23 maart 2018
    Het is wel de bedoeling dat je heel tuis komt maar in het verkeer is het altijd oppassen, maar het goed dat je nu bootje gaat varen. Geniet!!!!